Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
12.5.1 Conversie
In het algemeen vindt conversie van werkwoorden en substantieven naar adjectieven niet plaats. Wel kan een aantal stofnamen gebruikt worden als attributief adjectief. Dit geldt voor woorden als:
1aluminium, corduroy, plastic, suède
zoals in een aluminium pan en een corduroy broek. Het als adjectief gebruikte woord wordt echter niet verbogen, er komt geen sjwa achter.
In bepaalde contexten kunnen substantieven gebruikt worden als adjectief, bijvoorbeeld na het bijwoord echt, als in de volgende zin:
2Dit is echt HEMA.
Hier wordt een bepaalde interpretatie van het woord HEMA afgedwongen door het bijwoord echt, namelijk ‘typerend voor de kwaliteiten van de HEMA’.
Verder zou men kunnen spreken van productieve conversie bij het gebruik van tegenwoordige deelwoorden en voltooide deelwoorden. Deelwoorden kunnen tegelijk een werkwoordelijk en een adjectivisch karakter hebben, zoals wordt geïllustreerd door de volgende woordgroepen:
3ade psalmen zingende vrouw
bde door haar geuite wens
In woordgroep (3a) fungeert psalmen als lijdend voorwerp bij zingende, en hieruit blijkt het (deels) werkwoordelijk karakter van zingende. Tegelijkertijd is dit woord wel als adjectief verbogen, met een sjwa aan het eind. In woordgroep (3b) wordt de aanwezigheid van de bepaling van de handelende persoon door haar mogelijk gemaakt door het werkwoordelijk karakter van geuite. Tegelijkertijd wordt dit woord verbogen als een adjectief, met een slotsjwa.
Wel is het zo dat deelwoorden gelexicaliseerd kunnen zijn tot zuivere adjectieven, dus zonder werkwoordelijke eigenschappen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de volgende woorden met de vorm van een voltooid of tegenwoordig deelwoord:
4vorm van voltooid deelwoord
gesloten (een gesloten persoonlijkheid)
opgewekt (een opgewekt humeur)
verdorven (een verdorven karakter)
5vorm van tegenwoordig deelwoord
5bindend (een bindende overeenkomst)
opvlíegend (een opvlíegend karakter)
sprekend (een sprekend bewijs)
Terwijl regelmatige tegenwoordige deelwoorden normaliter alleen attributief gebruikt kunnen worden, geldt dit niet zonder meer voor zulke gelexicaliseerde deelwoorden, zoals in de zin Deze overeenkomst is bindend, waarin bindend gebruikt is als naamwoordelijk deel van het gezegde. De adjectivische status van opvliegend manifesteert zich ook in de plaats van de hoofdklemtoon, namelijk op de tweede lettergreep. Bij gebruik als tegenwoordig deelwoord van de samenkoppeling opvliegen ‘omhoog vliegen’ valt de klemtoon op de eerste lettergreep: ópvliegend ). We zien deze adjectivische status en bijbehorend klemtoonpatroon ook bij de tegenwoordige deelwoorden van de volgende samenkoppelingen, die tevens een idiomatisch betekenisaspect hebben. Zo heeft uitstékend de betekenis ‘heel goed’, terwijl úitstekend de letterlijke betekenis ‘ergens uit stekend’ heeft.
6áánhouden / aanhóudend
nádenken / nadénkend
ópwinden / opwíndend
úitsteken / uitstékend
vóórtduren / voortdúrend
Bij voltooide deelwoorden die zijn gelexicaliseerd tot adjectieven zien we ook dat ze een bijwoord van graad bij zich kunnen krijgen:
7een heel ingewikkeld verhaal, een erg gesloten karakter, een nogal overdreven uitspraak
Dat deze woorden uitsluitend adjectieven zijn, blijkt ook uit het feit dat ze in de werkwoordelijke eindgroep alleen voor het finiete werkwoord kunnen staan. Dit geldt bijvoorbeeld voor gesloten in de betekenis ‘ontoegankelijk’.
8Hij merkte dat de deur {gesloten was / was gesloten}.
Hij vond dat zijn broer {gesloten was / *was gesloten}.
De adjectivische interpretatie van woorden met de vorm van een deelwoord wordt ook afgedwongen door de aanhechting van een affix dat een adjectief (of een substantief) als basiswoord vereist, zoals het voorvoegsel on-, of van het suffix -heid, dat een adjectief als basiswoord vereist:
9on-aangekondigd, on-gebonden, on-deugend, on-nadenkend
gesloten-heid, uitgehongerd-heid, verdorven-heid
Conversie van voltooide deelwoorden tot adjectieven vindt ook plaats in combinatie met het voorzetsel uit, zoals in:
Bron: Booij & Audring (2007).
10uitgegeten ‘klaar met eten’
uitgekoerst ‘klaar met koersen’ (“39 is hij intussen maar nog lang niet uitgekoerst – noch uitgebabbeld.”)
Internet, geraadpleegd 21 februari 2022 
uitgeschilderd ‘klaar met schilderen'
uitgezwangerd (“… ik ben al 3 maanden gestopt met borstvoeding, dus inmiddels moet ik toch wel uitgezwangerd zijn.”)
Google search
Deze woorden zijn niet gevormd op basis van werkwoorden als uiteten en uitkoersen, maar de combinatie van uit met een adjectief dat de vorm heeft van een voltooid deelwoord. In een woord als uitgegezwangerd zien we dat de vorming van het deel gezwangerd veronderstelt dat het adjectief zwanger is geconverteerd tot een werkwoord zwangeren. Evenzo veronderstelt uitgezwangerd conversie van het voltooid deelwoord gezwangerd tot het adjectief gezwangerd. Er is hier dus twee keer conversie: van adjectief naar werkwoord, en van voltooid deelwoord van het werkwoord naar adjectief.
Woorden met deze vorm kunnen worden gebruikt in combinatie met het koppelwerkwoord zijn, en vergelijkbare koppelwerkwoorden zoals raken:
11We zijn uitgepraat.
We raken op elkaar uitgekeken.
Literatuur
Booij & Audring (2007), Audring & Booij (2016).
Verder lezen
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    3.0 Geert Booij juni 2022
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997 hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html;
    Interessante links